ONTBIJT 

Brood, brood, brood. Zelfs in de meest beperkte supermarkten is de keuze aan verschillende soorten brood groot en onoverzichtelijk. Op de zak staat vaak aangegeven van welke meelsoorten het brood is gebakken. Wie wit brood wil, moet op zoek naar ’loff’, bruinbrood is er in alle soorten, maten en prijzen. In de supermarkt worden alleen hele broden verkocht en je moet ze thuis zelf snijden. Bij de grotere Meny- en ICA-supermarkten en de gewone bakker is meestal wel een snijmachine aanwezig. Het voorgesneden en verpakte brood dat je in de supermarkt vindt, is meestal lang houdbaar en bedoeld voor de broodrooster of het tosti-ijzer.  
 
Op deze zelfgesneden boterhammen gaat natuurlijk beleg. Naast de soorten die wij kennen, zoals pindakaas, salami, chocoladepasta en jam, bestaat er ook ’typisch Noors’ beleg.  
 
Allereerst is er natuurlijk kaas. Noren eten er jaarlijks per persoon zo’n 14,7 kilo van (Nederlanders 17). Ongeveer 35 procent hiervan is ’brunost’ (bruine kaas). Deze zoetige kaas bestaat uit gekookte koe- of geitenmelk, of een mengsel van deze twee. Er zijn veel verschillende merken en sterktes van brunost, sommige soorten hebben een meer uitgesproken geitensmaak dan anderen. Een variant is brunost met syltetøy, bruine kaas met jam er bovenop.  
 
Daarnaast is er gulost (gele kaas, gewone kaas, zouden wij zeggen). Deze is vaak wat milder van smaak dan Nederlandse kaas. Op de verpakking van sommige merken staat in een piramide aangegeven hoe sterk de kaas is.  
Bruin of geel, over smaak valt te twisten. Een ander kaas-aspect waar Noren en Nederlanders het vaak niet over eens kunnen worden is de kaasschaaf. ’Wij’ hebben altijd geleerd dat de kaasschaaf typisch Nederlands is: de Hollandse zuinigheid laat niet toe dat je plakje kaas dikker is dan twee milimeter. Volgens de Noorse overlevering is het echter Thor Bjørklund, meubelmaker uit Lillehammer die dit keukengereedschap heeft bedacht. Hij kreeg er in ieder geval in 1925 patent op.  
 
Vleesbeleg is meestal al gesneden en ligt in de supermarkt voorverpakt in het koelvak, maar soms is er ook een vers-afdeling. Hier en bij de gewone slager is de keuze meestal minder dan in Nederland. Vleeswaren worden vers voor je afgesneden en in vetvrij papier gerold.  
 
Een andere populaire belegsoort is leverpostei. Ook deze komt in blikjes. De smeerleverworst eten de Noren graag met een schijfje komkommer of stukje paprika er op.  
 
Ook bij het ontbijt eten de Noren vis op de boterham. Makreel in tomatensaus is populair, want goedkoop en het wordt bovendien verkocht in handige blikjes of portieverpakkingen. Daarnaast is er een grote keuze in zure haring. De meeste supermarkten verkopen naast de gewone haring ook smaken als haring in tomatensaus, haring in mosterdsaus, met kerrie, met pepertjes of chilismaak.  
 
De haring komt in potjes, terwijl een ander deel visbeleg in tubes is te vinden. Typisch is bijvoorbeeld kaviaar. De Noorse kaviaar die dagelijks op het brood gaat bestaat uit kabeljauweitjes en wordt gemengd met allerlei andere stoffen. Een van de varianten is met mayonaise. Misschien niet helemaal ’dagelijks’, maar ook niet helemaal ongewoon is een boterham belegd met gepelde garnalen of zalm  
 
Het zoete beleg verschilt niet zo heel veel van wat Nederlanders gewend zijn, al kun je natuurlijk geen hagelslag verwachten. Appelmoes, met stukjes appel, staat in de winkels bij de jam en is ook niet ongewoon op de boterham.  
Noorse boter is meestal gezouten, en het is handig om hier aan te denken voor je je zoete beleg er overheen smeert…  
 
Gekookte pap, cornflakes of muesli met yoghurt zijn ook in Noorwegen alternatieven voor broodhaters. 

  

LUNCH 

Waarom 50 kronen uitgeven voor een broodje als je net zo goed je eigen boterhammen kunt smeren, moeten de Noren gedacht hebben toen ze de traditie van de ’matpakke’ invoerden. Of je nu bouwvakker of minister bent: in Noorwegen is het volledig geaccepteerd, wordt misschien zelfs bijna van je verwacht, dat je je eigen boterhammetjes meeneemt. Onderzoek wijst bovendien uit dat 99 procent van de jongste schoolkinderen een broodtrommeltje meekrijgt voor tussen de middag. Deze is gevuld met een paar boterhammen met het bovengenoemde beleg. Deze zijn dan meestal wel versierd met een stukje paprika, een tomaatje of plakje komkommer. Daarnaast nemen zowel jong als oud meestal een stuk fruit mee of een bakje vruchtenyoghurt.  
 
Zelfgesneden boterhammen zijn meestal wat dikker dan machinegesneden en dat is misschien de reden dat Noren enkele, dus niet dubbelgeklapte sneetjes eten. Om te voorkomen dat het beleg van de onderste boterham aan de onderkant van de bovenste boterham plakt, zijn er speciale tussenleggertjes van vetvrij papier te krijgen.  
 
Lunch wordt meestal tussen 11.30 en 12.30 gegeten. De meeste supermarkten, kiosken en tankstations verkopen overigens wel sandwiches of ’rundstykker’ (de helft van een hard bolletje belegd met bijvoorbeeld kaas) voor degenen die ’s ochtends geen tijd of zin hebben een lunchpakket klaar te maken. In kantines op universiteiten en sommige werkplekken is tussen de middag bovendien vaak een warme maaltijd te krijgen. 

  

AVONDETEN 

Wie voor het eerst op een willekeurige doordeweekse dag aanschuift bij een willekeurige Noorse familie om de avondmaaltijd te nuttigen, hoeft zich geen zorgen te maken: informeler kan haast niet. Het is niet normaal om te wachten met eten tot iedereen heeft opgeschept en ’smakelijk eten’ wordt overgeslagen. Vergeet alleen niet te bedanken voor het eten (takk for mat) als je klaar bent.  
 
Ook het gewone dagelijkse avondeten is niet erg speciaal, bijna Hollands: vlees, aardappels en gekookte wortels, vissticks, spaghetti met saus, pannenkoeken, pizza.  
Toch zijn er wel wat dingen anders. Omdat mensen relatief vroeg klaar zijn met werken, is het avondeten ook vaak bijtijds, vaak tussen vier en vijf. Gehaktballen zijn hier niet altijd een bal, maar een schijfje en heten kjøttkaker (vleeskoekjes). Aardappels worden in de schil gekookt en pas aan tafel gepeld. Groente kan, zeker als er gehaktballen of wild op het menu staan, vervangen worden door tyttebær, een rode bosbes die met een beetje suiker wordt verwarmd tot een soort saus ontstaat. 
Een ander populair vleesgerecht is Joika,ingeblikt rendiervlees in wildsaus. De Noren aten er vorig jaar 2 miljoen van. Ander blikvoer is ’lapskaus’, een soort hachee. Deze mengelmoes van vlees, aardappels, ui, wortel, selderij, vet en kruiden wordt gegeten met flatbrød.  
 
Visliefhebbers komen in Noorwegen volop aan hun trekken. Zalm is niet langer een luxe-dier en volop verkrijgbaar, vaak goedkoper dan bijvoorbeeld kabeljauw. Daarnaast zijn schelvis en koolvis soorten die doordeweeks op het menu staan. De meeste vis wordt gekookt. Vis is ook in blik verkrijgbaar, in de vorm van ’fiskeboller’. Dit zijn een soort visballen van kabeljauw en schelvis, gemengd met melk, aardappelzetmeel, zout en kruiden. Fiskeboller worden gegeten met aardappels. Een variant op de ’boller’ is de fiskepudding die in plakken wordt gesneden en de fiskekaker, een soort viskoekjes om te bakken.  
 
Veel Noren eten ook nog regelmatig wat de ’oudste warme maaltijd’ wordt genoemd: graut of grøt. Dit is een pap of brij die in talloze varianten te maken is: met aardappels, erwten, room, boter, suiker etc etc. Werd het vroeger op het platte land helemaal van verse ingredienten gemaakt, tegenwoordig komt ie meestal gewoon uit een zakje.  
 
Het nationale brood van Noorwegen is van oudsher flatbrød, ongegist en dus plat brood. Het is eigenlijk niet meer dan een flinterdunne, zeer breekbare cracker. Flatbrød of roggebrood maakten tot de tweede wereldoorlog deel uit van elke maaltijd. Tegenwoordig komt er bij het avondeten vaak nog een schaal plat-brood op tafel als deel van de dis.  
 
Een ander traditioneel brood heet lefse. Ze zien er uit als een pita en worden gebakken met melk, karnemelk of room in plaats van met water. De lefse geldt in sommige districten als een traktatie en wordt daar gegeten met boter en suiker. In oost-Noorwegen kan een lefse ook synoniem zijn voor een lompe, een soort pannenkoek die als ’brood’ dient bij een hotdog of rakefisk.  
 
Wie als student wil integreren moet weten wat een Grandiosa, ook wel’grandis’, is. Deze diepvriespizza heeft onder diegenen met een krappe portemonnee een cultstatus verworven, waarschijnlijk omdat je redelijk veel pizza voor weinig geld krijgt en er niet voor hoeft te kunnen koken. 

  

SNOEP EN SNACKS 

De mars heet ’Japp’ en de Twix nog steeds Raider. Verder verschilt het Noorse snoep niet zo veel van het Nederlandse. Er is zelfs een drop (lakris)-traditie, zij het dat het assortiment minder uitgebreid is dan in Nederland. Hetzelfde geldt voor koekjes en chips.  
Het populairste tussendoortje is waarschijnlijk de hotdog (pølse). Deze is vaak voor een schijntje bij kiosken en benzinestations verkrijgbaar en wordt gegeten op een broodje of in een lefse, een soort pannenkoek. Je mag er zelf naar smaak mosterd, ketchup en gebakken uitjes opdoen. Daarnaast zijn Noren grote ijsconsumenten. Twee jaar geleden likten de Noren 893 miljoen kronen aan ijs weg. Het grootste deel hiervan is roomijs en dan nog het liefst het traditionele ’Krone-is’. De keuze aan waterijs (saftis) is bedroevend, maar wordt langzaamaan beter.  
 
Wat smaak betreft schijnen Noorwegen en IJsland tussen Europa en Amerika in te liggen. Dit betekent dat de Noorse markt vaak als proefkonijn wordt gebruikt door bedrijven die willen weten of hun Amerikaanse produkt in Europa aan zal slaan. Een voorbeeld hiervan is de Vanilla Coke die twee jaar geleden ineens overal in Oslo opdook. De vraag is alleen of iemand deze cola met vanillesmaak later in Nederland heeft teruggezien. 

 

 

 

 

FEESTDAGEN

op 1 januarie is nieuwjaarsdag

op 11  febuarie is moederdag

op 14 april is palmzondag

 op 18 april is witte donderdag

 op 19 april is goede vrijdag

op 21 april  is pasen

op 22 april is paasmaandag

op 1 mei is de dag van de arbeid

op 10 mei is hemelvaart

op 17 mei is de  nationale feestdag

op 9 juni is pinksteren

op 10 juni is pinkstermaandag

op 11 november is vaderdag

op 25 december is kerst

op 26 december is sint stevens dag

op 31 december is oudjaarsdag

 

milieu

noorwegen is een natuurschoon land . dat is eigenlijk niet zo gek .voor de opervlakte van noorwegen zijn er best weinig mensen. maar door  de zee rondom noorwegen kan noorwegen zelf vervuild worden . dat komt door afval in de zee dat van andere landen naar noorwegen drijft . en daar het strand vies maakt en daarna zwerft het door het hele land.en het weer door heel noorwegen is heel verschillend bijvoorbeeld in bergen is het 16 graden  en in tromso is 3 graden dat is op dezelfde dag gemeten

 

 

 

 

 

 

het konings huis

 

het geloof in het konings huis van noorwegen  is luthers beter bekend als protestants christelijk. de koning is op dit moment koning harald de vijfde.de koningin is koningin sonja daarna heb je kroonprins haakon en kroonprinses mete marit en prinses ingrid alexandra en haar broertje prins sverre magnus dan heb je nog prinses martha louise  en prinses astrid. het koningklijke paleis heet paleis sleeswijk-holstein-sonderburg-glucksburg

 

 

 

 

 

 

noorse sporters

bekende schaatsers zijn :havard bokko , sverre lunde pedersen, hanne haugland, oystein grodum

noorse voetbalers : , bjorn johnson, christian grindheim fortsetter ,martin odergaard ,markus henriksen,rune jarstein, jonas svensson, mohammed elyounoussi, frederik midtsjo, ola kamara, joshua king, alexander sorloth

 

 

in noorwegen houden ze veel van sport zoals : schaatsen , voetbal, handbal , rugby , ijshockey , tennis,langlaufen

bij langlaufen zijn er veel olympiers zoals:hans christer holund , frode anderssen en zo kun je nog wel een tijdje doorgaan

 

 

 

sorry slechte volgorde bij sport